Hoe zit het nu precies in elkaar?

Het bekken (het benige deel), de gewrichtsbanden, de bekkenbodem (spieren) en de bekkenorganen (blaas, baarmoeder en endeldarm) beïnvloeden elkaar wederzijds. Een klacht in het bekken kan leiden tot klachten in de bekkenbodem en omgekeerd. De oorzaak van klachten in een orgaan bijvoorbeeld, de blaas, kan in het niet goed functioneren van de bekkenbodem liggen en andersom.

De bekkenbodem bestaat uit 3 lagen spieren en ligt onderin het bekken. Probeer de bekkenbodem voor te stellen als een soort hangmat maar dan wel een stevige! De bekkenbodem heeft drie openingen: de plasbuis, de vagina en de anus en moet zorgen voor:

  • het steun geven aan de buikorganen (blaas, baarmoeder met vagina en endeldarm)
  • het openen en sluiten van de plasbuis en anus
  • het bijdragen aan de stabiliteit van het bekken

Samen met de spieren van de lage rug, buik en bekken spelen de bekkenbodemspieren een belangrijke rol in het handhaven van bepaalde houdingen en voor het bewegen in het dagelijks leven.

Deze bekkenbodemspieren kunnen te zwak of te gespannen zijn, niet op het juiste moment op de juiste wijze aan- of ontspannen of er is geen bewuste controle meer over. Problemen in heupen en/of rug hebben altijd invloed op het bekkenbodemgedrag en kunnen dus ook de oorzaak zijn van van bekkenbodemproblematiek. Dit alles noemen wij een functionele eenheid en moet daarom ook altijd in zijn geheel beoordeeld worden.

Wat voor klachten komen wij tegen bij vrouwen:

Plasproblemen

  • vaak plassen
  • niet kunnen ophouden van de plas
  • vaak aandrang 
  • (veelvuldig) blaasontsteking
  • verminderde of onderbroken straal met plassen
  • branderig gevoel tijdens of na het plassen
  • moeilijk op gang komen van het plassen
  • niet goed kunnen uitplassen
  • urineverlies
  • nadruppelen

Ontlastingsproblemen

  • veelvuldig aandrang om te ontlasten
  • veelvuldig ontlasten (kleine beetjes)
  • ontlastingsverlies
  • gevoel van niet kunnen ophouden van windjes
  • vegen ontlasting in het ondergoed
  • verstopping (obstipatie) of niet goed kunnen ledigen
  • overloop diarree (zie diarree varianten)
  • problemen met aambeien, scheurtjes of fistels

Pijnklachten in de bekken(bodem)regio

  • bekkenpijn in de periode rond de zwangerschap en na de bevalling
  • pijn rond de anus, anuskramp 
  • pijn door fissuren (scheurtjes) of fistels
  • pijn tijdens en/of na het plassen
  • pijn tijdens en/of na het ontlasten
  • pijn in de stuit, schaambeen, bekken en/of lage rug
  • pijn in de vagina
  • pijn in de lies of pijn in de onderbuik
  • pijn tijdens en/of na vrijen (dyspareunie)

Seksuele problemen

  • verminderd libido (zin in vrijen)
  • minder gevoel bij vrijen
  • moeilijker tot orgasme komen
  • urineverlies tijdens vrijen of tijdens orgasme
  • pijnklachten vaginaal tijdens en/of na het vrijen

Problemen na operaties

  • urineverlies na bijvoorbeeld verzakkingsoperaties
  • niet meer of moeizaam kunnen plassen of ontlasten
  • buik en/of rugpijn klachten
  • ontlastingsverlies
  • pijnklachten na behandeling van aambeien (elastiekjes)
  • ontlastingsverlies of veelvuldig moeten ontlasten na een darmkankeroperatie